Roofmijt, Macrocheles robustulus
Roofmijt, extra kracht in de biologische vliegenbestrijding. Deze soort roofmijt komt van nature voor in Europa en wordt vaak gevonden in de mest van verschillende dieren. Hier leeft hij van de eitjes en kleine larven van vliegen. Hij eet de eitjes en de net uitgekomen larven op van verschillende soorten vliegen, waaronder de huisvlieg (Musca domestica) en fruitvlieg (Drosophila melanogaster). Een volwassen roofmijt is een bruinkleurige roofmijt van ongeveer 0,6 tot 0,8 millimeter groot.
Roofmijt extra kracht bij vliegenexplosie
Door zijn snelle optreden is de roofmijt een ideale hulp voor andere natuurlijke vijanden van o.a. de stalvlieg en huisvlieg. Het gebruik van alleen roofmijten als vliegen bestrijding wordt afgeraden, omdat dit niet leidt tot het gewenste resultaat. Maar wanneer er gebruik wordt gemaakt van roofvliegen of sluipwespen en de populatie vliegen tijdelijk groter dan gewenst is, kan een uitzetting met de roofmijt extra kracht geven in de biologische vliegen bestrijding. Omdat de roofmijt goed kan overleven in een stal, is het aantal aanbevolen uitzettingen per seizoen ook gering. Meestal zijn 1 tot 3 uitzettingen al voldoende.
De werking
Het is belangrijk om de inhoud van de koker met roofmijten op plekken te verspreiden waar de vliegen graag eitjes leggen. Binnen zijn deze plekken vaak langs de muur te vinden, onder de voederbakken, onder de waterbakken en in de mest. Pas hierbij op dat de inhoud niet wordt gestrooid op plekken waar dieren de roofmijten kunnen vertrappen. In kippenstallen met een mestput kan de roofmijt het beste door de roosters op de mest gestrooid worden. In één koker zitten 50.000 roofmijten. Richtlijn is om ongeveer 200 roofmijten per m² te gebruiken. Eén koker is voldoende voor ongeveer 200 m². Wanneer er sprake is van een flinke plaagdruk wordt een dubbele dosering aanbevolen.